Miriam & Eugene
Samenwerking in Onderwijsregio Noord-Holland-Noord: gezamenlijk antwoord op het lerarentekort
Het lerarentekort is een urgente uitdaging in heel Nederland en ook in Noord-Holland-Noord worden de effecten ervan sterk gevoeld. Binnen deze regio werken 21 schoolbesturen van ruim honderd scholen in het voortgezet onderwijs en mbo samen om structurele oplossingen te vinden. Miriam Ruigrok, rector-bestuurder van het St. Michaël College in Zaandam, en Eugene Kramer, voorzitter van het College van Bestuur van RSG Enkhuizen, zijn nauw betrokken bij deze samenwerking. Zij delen hun visie en aanpak.
Nieuwe antwoorden vinden door samen te werken
‘Het tekort aan leraren raakt ons allemaal,’ begint Eugene. ‘De oplossingen die we tot nu toe hebben gecreëerd, zijn niet voldoende gebleken. Daarom moeten we uit onze normale gedachtensporen stappen en op zoek gaan naar nieuwe antwoorden. Het is cruciaal dat we echt samenwerken, want dit probleem is te groot voor één bestuur of school om alleen op te lossen.’ De samenwerking binnen de Onderwijsregio biedt volgens Eugene een kans om het collectief sterker te maken. ‘Het gaat om het doorbreken van de concurrentiemodus en het vinden van een gezamenlijke aanpak. Dat vraagt om een andere mindset: niet langer denken in snelle winst voor je eigen school, maar in duurzame oplossingen voor de hele regio.’
Leren van elkaar en innoveren
Miriam benadrukt dat innovatie een sleutelrol speelt in de aanpak. ‘We zijn nu bezig met het vormgeven van de contouren van het programma, waarbij we expliciet kijken naar technologische ontwikkelingen en hoe deze kunnen bijdragen aan beter onderwijs. Innovatie betekent ook leren van elkaar: hoe organiseren we samen goed onderwijs voor alle leerlingen? Dat vraagt om een slagvaardige aanpak en om commitment van alle betrokkenen.’ Dat commitment is volgens Miriam essentieel. ‘De urgentie van het probleem wordt door iedereen erkend. We moeten elkaar aanspreken op de afspraken die we maken en zorgen dat we als regio echt vooruitgang boeken.’
Structurele oplossingen in plaats van incidentele acties
Een belangrijk onderdeel van de samenwerking is het ontwikkelen van strategische personeelsplanning, niet voor niets het eerste van de vier programma’s van de Onderwijsregio. Eugene legt uit: ‘Iedere school kijkt naar de uitstroom van personeel in de komende jaren, bijvoorbeeld door pensionering. De kunst is om die plannen naast elkaar te leggen en met elkaar te verbinden. Alleen zo maken we de puzzel compleet. Het probleem is simpelweg te groot om per school op te lossen.’ Ook Miriam ziet kansen in deze gezamenlijke aanpak. ‘We hebben al academische opleidingsscholen waar HR-managers samenwerken aan vraagstukken zoals taakverdeling, vacatures en opleidingsplekken. De uitdaging is nu om dit ook op schoolniveau verder te structureren en te borgen, zodat we niet langer incidenteel samenwerken, maar structureel.’
De kracht van de diversiteit van het netwerk
Als bestuurders van relatief kleine organisaties zien zowel Miriam als Eugene unieke voordelen. ‘Juist omdat we kleiner zijn, moeten we over onze grenzen heen kijken en ons verbinden met andere scholen,’ zegt Eugene. ‘Dat is niet alleen nodig, maar biedt ook kansen. We zijn in staat sneller te experimenteren en oplossingen op kleine schaal te testen.’ Miriam voegt daaraan toe: ‘De korte lijnen en het ondernemende karakter van kleinere besturen maken ons wendbaar. Tegelijkertijd hebben we de samenwerking met grotere besturen nodig, omdat zij over meer expertise beschikken die wij niet in huis hebben. Zij hebben experts op hun stafbureaus die kennis inbrengen die ik niet in mijn school heb. Het is dus een wisselwerking waarin iedereen iets brengt en haalt. Dit is de kracht van de diversiteit van het netwerk.’
Samen opleiden voor de regio
Een mooi voorbeeld van deze samenwerking is het gezamenlijk opleiden van leraren. Miriam vertelt: ‘We kijken gezamenlijk naar bovenformatief aannemen van personeel. Daarmee leiden we leraren op voor de hele regio. Daarbij kijken we dus verder dan ons eigen belang.’
Ambitie en urgentie
De ambitie om tot structurele oplossingen te komen, is groot. Miriam: ‘We willen in januari echt met de eerste programmaonderdelen van start gaan. Er is al veel in beweging, van regionale afspraken tot genoemde bovenformatieve plaatsingen. Het tempo ligt hoog en dat is gezien de urgentie ook nodig.’
Eugene sluit af met een oproep tot gezamenlijke verantwoordelijkheid. ‘Het succes van deze samenwerking valt of staat met commitment, vertrouwen en de bereidheid om elkaar te helpen. Alleen door samen te werken, maken we het onderwijs in onze regio toekomstbestendig.’